Een groep van negen EU-landen werkt samen om de plannen voor de Europese chipindustrie te versnellen. De coalitie, geleid door Nederland, wil tegen de zomer voorstellen presenteren voor een mogelijk tweede EU-financieringsprogramma voor de halfgeleiderindustrie.
De Nederlandse minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts geeft aan dat de coalitie, waaronder Italië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Nederland, “huiswerk doet voor de nieuwe Chips Act”. Deze zou moeten volgen op de huidige Chips Act uit 2023, die volgens critici niet aan de belangrijkste doelstellingen heeft voldaan, maar wel een verdere achteruitgang van de Europese industrie heeft voorkomen.
Een veelgehoorde kritiek op de huidige Chips Act is dat het proces, waarbij lidstaten financiering verstrekken en de Europese Commissie projecten goedkeurt, te traag verloopt. Beljaarts benadrukt dat het doel is om de tweede keer gerichter te werk te gaan. “We moeten fondsen toewijzen, zowel private als publieke, om de sector te stimuleren en ervoor te zorgen dat het doordruppeleffect plaatsvindt en dat ook kleine en middelgrote bedrijven profiteren”, aldus de minister.
De Semicon Coalition, zoals de samenwerking officieel heet, werd op 12 maart in Brussel bekrachtigd. De coalitie richt zich op drie speerpunten: het vergroten van de productiecapaciteit, het vrijmaken van meer publieke en private financiering, en het opleiden van mensen voor de chipsector.
Europese positie versterken
Hoewel Europa sterke spelers heeft op het gebied van R&D en apparatuur, waaronder het Nederlandse ASML, zijn er volgens Beljaarts hiaten in chipverpakking en geavanceerde productie. Dit werd duidelijk na Intels besluit om plannen voor een geavanceerde fabriek in Duitsland uit te stellen.
De coalitie onderzoekt “wat de interne vraag zou zijn vanuit Europese landen… zodat bedrijven weten dat het de moeite waard is om te beginnen met investeren”, legt Beljaarts uit. De European Chips Act uit 2023 had als doel het Europese marktaandeel in chipproductie te verdubbelen van 10 naar 20 procent, maar critici stelden dat de beschikbare 43 miljard euro onvoldoende was om dit doel te bereiken.
De Europese Commissie heeft aangegeven de nieuwe coalitie “sterk te steunen”. De negen deelnemende landen zijn België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen en Spanje.