De Amerikaanse beurs maakte woensdag een sprong nadat president Trump aankondigde de tarieven voor vrijwel alle landen tijdelijk te verlagen naar 10 procent.
Techbedrijven als Apple, Nvidia en Microsoft zagen hun aandelen met meer dan 8 procent stijgen. Andere grote IT-bedrijven zien eveneens een flinke plus: HPE (15,91 procent), Dell (15,98 procent), Cisco (9,29 procent), Amazon (11,98 procent), Google (9,88 procent), Salesforce (8,68 procent), ServiceNow (13,52 procent), Intel (18,75 procent) en Snowflake (13,21 procent) profiteren nabeurs allemaal van het nieuws.
De tech-georiënteerde Nasdaq-index boekte een winst van ongeveer 11 procent. De aankondiging van Trump volgde na een dramatische week voor de Amerikaanse aandelenmarkten, die eveneens op de Europese beurzen voelbaar was. De S&P 500-index verloor in vier handelsdagen ruim 12 procent van zijn waarde, vooral door zorgen over de eerder aangekondigde handelsbarrières.
In zijn socialmediabericht op Truth Social verklaarde Trump dat de verlichting komt nadat vertegenwoordigers van meer dan 75 landen contact opnamen om nieuwe handelsvoorwaarden te bespreken.
Tip: Is Europa klaar om zich los te maken van Amerikaanse technologie?
Tijdelijke pauze van 90 dagen
“Ik heb een PAUZE van 90 dagen geautoriseerd, met een aanzienlijk verlaagd wederkerig tarief van 10 procent gedurende deze periode, met onmiddellijke ingang”, schrijft Trump. De Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent verduidelijkte later dat deze verlichting niet zal gelden voor sectorspecifieke tarieven, en dat dit een tijdelijke bodem van 10 procent creëert.
China blijft echter uitgesloten van deze tariefpauze. In plaats daarvan worden de heffingen op Chinese importen verhoogd naar 125 procent. Dit past in het patroon van de recente handelsoorlog tussen beide economische grootmachten. Nadat de regering Trump eerder een tarief van 34 procent toepaste op Chinese importen, reageerde China met identieke maatregelen op Amerikaanse producten. Vervolgens verhoogde Trump de tarieven met nog eens 50 procent, wat leidde tot een totaal van 104 procent. China volgde met een gelijke verhoging.