Cisco en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) willen inzichtelijk maken wat de relatie is tussen digitale technologieën en persoonlijk welbevinden. De eerste stap is de lancering van een zogeheten Digital Well-being Hub. Niet echt meteen een onderwerp waar we het in de wereld van de technologie vaak over hebben. We vonden het echter interessant genoeg om meer over te willen weten. We spraken erover met Guy Diedrich van Cisco.
De relatie tussen digitale technologieën en persoonlijk welbevinden klinkt wellicht een beetje esoterisch. Meer iets wat je op de wat meer zweverige pagina’s van een glossy tijdschrift zou verwachten. Dat is echter niet terecht wat ons betreft. Correlaties en eventuele causale verbanden tussen de twee onderdelen zijn namelijk wel degelijk belangrijk om inzichtelijk te krijgen. De digitale component van ons leven wordt steeds groter, dus het is logisch dat deze een impact heeft in de persoonlijke leefsfeer. Dat geldt voor zakelijke omgevingen, maar ook zeker en eigenlijk nog wel meer voor de privé-omgeving.
Van Digital Readiness Index…
Cisco voert al vele jaren onderzoeken uit naar de staat van digitalisering. Deze Digital Readiness Index was en is er vooral om gaten zichtbaar te maken, bijvoorbeeld op het gebied van connectiviteit. Mede door dit soort onderzoeken werd het duidelijk dat 30 procent van de wereld nog niet verbonden is. Op basis daarvan is het dan mogelijk om vanuit onder andere het Country Digital Acceleration Program (CDA) van Cisco, maar ook Starlink gerichte stappen te zetten om dit te veranderen.
Bovenstaande inzichten zijn ook in 2025 nog altijd relevant. Er komen alleen maar meer producten en diensten bij die een netwerkverbinding nodig hebben. De voorspelling is dat het er in 2030 zo’n 500 miljard zijn. Na een jaar of tien wilde Cisco echter een volgende stap zetten, geeft Diedrich aan. Hij is SVP en Global Innovation Officer bij Cisco en in die rol onder andere verantwoordelijk voor het CDA-programma. In Nederland is dit overigens bekend als Digitale Versnelling Nederland (DVN). In een eerder artikel kun je lezen wat dit inhoudt.
…naar Digital Well-being Hub
Die volgende stap is dus sinds november vorig jaar de Digital Well-being Hub, een gezamenlijk initiatief van de OESO (internationaal beter bekend als OECD) en Cisco. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling is een organisatie waarvan 38 landen lid zijn met als doel het stimuleren van economische vooruitgang, maar ook van het sociale welbevinden van mensen. Dat meldt de organisatie althans zelf op hun website. De 38 landen zijn vrijwel uitsluitend Westerse landen, aangevuld met Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en enkele landen uit Latijns-Amerika, maar er zijn samenwerkingen met meer dan 100 landen in de wereld om de doelstellingen van de organisatie te bereiken.
“We kennen de impact van digitalisering niet, bijvoorbeeld rondom AI en vele andere technologieën”, geeft Diedrich aan waarom de Digital Well-being Hub er is gekomen. Er zijn wel behoorlijk wat theoretische studies gedaan, waaronder veel onderzoek vanuit OESO. “Niemand heeft echter ooit onderzoek gedaan onder de daadwerkelijke burgers, de gebruikers van de technologie”, vervolgt hij. We kennen de voordelen van technologie, maar daar zitten ook schadelijke kanten aan. Zeker als het ontbreekt aan kennis en vaardigheden. Dat laatste is waar het uiteindelijk om draait bij de Digital Well-being Hub: het moet de input gaan leveren om daar iets tegen te doen.
Het is Cisco menens met de Digital Well-being Hub
Snappen wat de impact is van digitalisering binnen de omgeving van mensen is erg belangrijk voor een van de basisdoelstellingen van het CDA/DVN-programma. Dat moet een motor zijn die zorgt voor een “duurzame, veilige en inclusieve digitale toekomst voor iedereen”, horen we geregeld van Cisco. “Het is niet mogelijk om dit te bereiken zonder deze input”, is Diedrich van mening.
Diedrich benadrukt ook nog een keer dat Cisco er zeer betrokken bij is: “We hebben geholpen bij het opzetten van het project, hebben het gedeeltelijk gefinancierd, hebben geholpen bij het opstellen van de vragen en hebben ons enorme ecosysteem ingezet om mensen tot dit project aan te trekken.” Er is ook echt een bedrijf van het formaat en met de voetafdruk van Cisco nodig om een project zoals de Digital Well-being Hub mede mogelijk te kunnen maken.
Het doel van de Digital Well-being Hub is om data te verzamelen die daadwerkelijk iets toevoegt, waar Cisco zelf ook iets van kan leren. “De data moet ons helpen bij het bepalen waar we met het CDA-programma heengaan en helpen bij het omgaan met hun klanten wereldwijd”, geeft Diedrich aan. De Digital Well-being Hub levert geen kant-en-klare causale verbanden aan en dus adviezen over hoe ergens mee om te gaan. Het is aan partijen in de markt en OESO-partners om er iets mee te doen, zoals ook Cisco zelf van plan is.
Crowdsourcing als nieuwe manier
Je kunt de Digital Well-being Hub zien als een wereldwijd crowdsourcing-platform. Deelname is niet ingewikkeld en kost ook niet meer dan een minuut of tien. Het is namelijk een vragenlijst zoals we die wel vaker tegenkomen bij onderzoeken. Het is allemaal meerkeuze en draait vooral om hoe de respondent iets ervaart. Dus het zijn allemaal vragen waarop de antwoorden op een schaal zijn weergegeven. Dat kunnen cijfers zijn, maar ook gradaties van tevredenheid, geluk, dat soort dingen.
De vragen zijn verder verspreid over meerdere categorieën, waarbij er altijd een koppeling wordt gelegd met de digitale wereld. Zo zijn er vragen die in het algemeen gaan over hoe gelukkig iemand zich voelt, over de balans tussen werk en privé, persoonlijke veiligheid, maar bijvoorbeeld ook over de kwaliteit van het milieu, kennis en vaardigheden, gezondheid en uiteraard de digitale infrastructuur en de impact van technologie op sociale patronen. Aan het einde krijg je een overzicht te zien van hoe je scoort ten opzichte van het gemiddelde in jouw regio.
Breedte en diepte van Cisco inzetten
“Rechtstreeks naar de gebruikers toegaan is een nieuwe manier om dit te doen”, geeft Diedrich aan. Het is dus ook voor Cisco en OESO afwachten wat de Digital Well-being Hub op gaat leveren. Met het enorme bereik van Cisco, bijvoorbeeld via NetAcademy, moet het in ieder geval mogelijk zijn om vanuit alle hoeken van de wereld data te verzamelen. NetAcademy is in vrijwel alle landen van de wereld actief, terwijl OESO maar 38 leden heeft. In sommige landen zullen het niet heel veel mensen zijn, maar weinig data is nog altijd meer dan helemaal geen data. Cisco kan het bijvoorbeeld een vast onderdeel maken van deelname aan NetAcademy. Dan kan het hard gaan.
Er moet ook echt iets gebeuren, is de ondertoon in het betoog van Diedrich, die overigens een verleden heeft als onderzoeker in de academische wereld. “Als we niets doen, dan wordt de digitale kloof alleen maar groter”, geeft hij aan. “De connected few stomen dan door naar de stratosfeer, de dertig procent die niet connected zijn kunnen dit nooit bijhouden.” Als je bedenkt dat zelfs in OESO-landen niet minder dan veertig procent van de volwassenen geen of te weinig digitale vaardigheden heeft, is het zeker geen gek idee om er veel meer aandacht aan te geven dan we tot nu toe deden.
Het is nooit klaar
Cisco en OESO zijn met de Digital Well-being Hub aan iets begonnen waar eigenlijk geen einddatum op te plakken is. “Het zal nooit klaar zijn”, stelt Diedrich als we deze observatie maken tijdens ons gesprek. De twee partijen samen hebben volgens hem echter een uitermate interessante kijk of de wereld: “We snappen de snelheid van technologische veranderingen. We hebben innovatie nooit sneller zien gaan dan nu.” Hij noemt het “een Moore’s Law voor de hele industrie”. Dan wordt het nog belangrijker om de vaardigheden op peil te houden, zeker als dat niet doen betekent dat mensen er op alle vlakken in hun leven op achteruitgaan.
De Digital Well-being Hub zoals die nu is, zal ook ongetwijfeld nog veranderen. Het belangrijkste is dat er met dit initiatief een poging gedaan wordt om een soort schaal op te zetten om positieve en negatieve effecten af te kunnen wegen, is Diedrich van mening. Dat is heel belangrijk om goed scherp te krijgen.
Er komt nog veel meer
Diedrich doet tegen het einde van ons gesprek ook nog een belofte: “Dit partnership is nog maar het begin.” Hij trekt een parallel met het AI-Enabled ICT Workforce Consortium, dat Cisco afgelopen jaar mede heeft opgericht. Daarin werkt het samen met partijen zoals Accenture, Google en Microsoft. Een eerste resultaat is een document met concrete tips rondom het thema.
Een wat ouder voorbeeld van hoe je de Digital Well-being Hub ook kunt zien is SEMATECH. Dat Amerikaanse consortium werd opgetuigd om een vuist te kunnen maken tegen de Japanse chipindustrie. Om dit te kunnen doen moest er eerst veel fundamenteel en soms basaal onderzoek gedaan worden. Pas toen dat was gedaan, kon men beginnen met concurreren. Na verloop van tijd werd SEMATECH overigens nagenoeg irrelevant en inmiddels bestaat het niet meer. Het had zijn doel bereikt.
Dat fundamentele onderzoek doen Cisco en OESO nu voor de Digital Well-being Hub. Hierbij gaat het niet om het krijgen van een concurrentievoordeel, maar om de hele industrie en digitale wereld beter vorm te kunnen geven. Diedrich spreekt de hoop uit dat dit uiteindelijk leidt tot een industriestandaard rondom Digital Well-being.
“Het belangrijkste gesprek om te voeren”
Een gesprek over het concept van digitaal welbevinden en de Digital Well-being Hub die Cisco en OESO samen hebben opgezet, is een nieuw soort gesprek. Voor ons, maar ongetwijfeld ook voor veel anderen. Dat wil zeggen, het is een ander gesprek dan we over het algemeen hebben rondom technologie. “Het kan echter zomaar het belangrijkste onderwerp zijn met betrekking tot technologie waar we het over moeten hebben”, besluit Diedrich. Cisco neemt overduidelijk deel aan het gesprek.
Wat er uiteindelijk terecht komt van de Digital Well-being Hub, valt natuurlijk nog te bezien. Die balans kunnen we pas over een tijdje opmaken, als er ook daadwerkelijk actie ondernomen is naar aanleiding van inzichten op basis van de data. Het is echter goed om te zien dat een bedrijf van het formaat en breedte van Cisco bereid is om zich ermee bezig te houden. Zonder dergelijke spelers is het namelijk helemaal lastig, zo niet onmogelijk om dit initiatief echt goed in de markt te zetten.