8 min Devices

Schneider Electric: hoe buig je de energiecurve?

Schneider Electric: hoe buig je de energiecurve?

Schneider Electric ziet de toekomst van datacenters positief tegemoet. Door de nijpende ‘power crunch’ in het elektriciteitsnet is er innovatie nodig. Dat manifesteert zich in zowel producten als ideeën bij het Franse bedrijf. De sterspeler: de recent geïntroduceerde Galaxy VXL UPS.

Tijdens Kickstart Europe in Amsterdam vertelt Schneider Electric ons uitgebreid over de Galaxy VXL. Deze UPS (Uninterruptible Power Supply), geschapen voor een datacenterwereld vol zware HPC-workloads en AI, is illustratief voor de eisen die deze industrie tegenwoordig stelt. Voordat we in die achterliggende context duiken, nemen we eerst de UPS zelf onder de loep.

Galaxy VXL UPS

De Galaxy VXL UPS is in december aangekondigd. Om alvast de meest basale specificaties te noemen: 3-phase zoals het een datacenter-UPS betaamt en maximaal 1,25 MW aan vermogen (1.042 kW per vierkante meter) per frame. Dat komt neer op 5 MW voor vier parallelle units, zoals ze regelmatig ingezet zullen worden voor extra redundantie en load balancing. Een enkele VXL UPS is een meter diep, 1,2 meter breed en 1,97 meter hoog.

In een kamer met een bosthema staat een grote witte kast met een decoratief patroon, naast een houten tafel met een monitor en andere apparatuur.
Schneider Electric’s Galaxy VXL UPS

Schneider zocht naar een zo duurzaam mogelijk ontwerp, een uiting van de ‘circular by design’-aanpak die het zichzelf heeft opgelegd. Hoewel een UPS als deze normaliter tien tot vijftien jaar mee zal draaien, is het van belang om de materialen van elk frame aan het eind van dit werkende leven zo efficiënt mogelijk te hergebruiken. Dit was voorheen geen punt van zorg voor alle betrokkenen, zoals bij de UPS’en die door de VXL vervangen worden. Onderhoud is tegenwoordig relatief eenvoudig en het nieuwe design staat zowel lithium-ion- als VRLA-batterijen toe, ook ter vervanging van de ene soort of de andere.

De nadruk op efficiëntie blijkt tevens uit het dagelijks gebruik. Schneider belooft een 99 procent efficiëntie in eConversion-modus en 97,5 procent in dubbele conversiemodus. Vergeleken met oudere modellen hakken deze percentages de CO2-voetafdruk door de helft.

Het gedaalde verbruik levert ook economisch wat op. De duurzame aard van de VXL leidt namelijk tot een lagere TCO. Dit wordt verder geholpen door softwarematige functies gericht op security en monitoring, waarbij EcoCare-services onderhoud zo pijnloos mogelijk maken. Schneider schat met EcoCare in dat klanten tot wel 75 procent minder ongeplande en 40 procent aan geplande downtime besparen.

Tip: Schneider Electric waarschuwt voor de impact van AI op energiegebruik

Het herinrichten van een datacenter doe je niet zomaar. Maar de extra MW-capaciteit in een ultracompact formaat biedt veel mogelijkheden. Zoals gezegd gaat een UPS wel even mee; met de 10-15 jaar aan geschatte levensduur verslijten operators wellicht slechts twee generaties ervan voordat een datacenter volledig wordt herzien (dit gebeurt regelmatig na grofweg twintig jaar). Voor wie dat nu gaat doen, komt de Galaxy VXL als geroepen.

Over de top

Met elke nieuwe generatie UPS timmeren Schneider Electric en de concurrentie aan de weg. “Waar valt nu wat te winnen?” zal een vaak gehoorde vraag zijn in de initiële designfase. Impliciet daarin is dat er zaken nu eenmaal hetzelfde blijven. De extra ruimte bovenin de UPS, veilig afgeschermd voor de buitenwereld tijdens normaal gebruik, moet nog steeds van hetzelfde formaat zijn als voorheen. Daar waar batterijen, voedingen en chips steeds compacter worden, zijn koperen kabels nog steeds koperen kabels. Veel valt daar niet te winnen.

Wel is de extra capaciteit per UPS goed getimed, wat Schneider ook zag aankomen. De concept-naar-product-tijdlijn eist grofweg drie jaar op, wetende dat elk ontwerp voortborduurt op de lessen ervoor. De verdere groei van HPC-workloads was te voorzien door Schneider; de GenAI-hype niet zomaar. Toch is dit compacte model precies wat een “AI-ready” datacenter vereist, zo belooft het bedrijf, en stelt Schneider strengere eisen aan zichzelf qua duurzaamheid dan strikt genomen van de regelgever moet anno 2025. In 2035 zijn die eisen ongetwijfeld lastiger om aan te voldoen, maar daar is de Galaxy VXL UPS al op voorbereid.

Dat “het roer om moet” in de datacenterwereld, blijkt uit Kickstart Europe continu, waar Schneider uitvoerig aan meedoet. We kunnen de innovaties van haar nieuwste eindproduct dus niet los zien van de wereld waarin het belandt.

Een panel van vijf mensen zittend op het podium tijdens een conferentie. Het scherm hierboven toont het eventlogo en een deel van de paneldiscussie.
Paneldiscussie tijdens Kickstart Europe. V.l.n.r.: Thierry Chamayou (Schneider Electric), Kristin Schumann (Nvidia), Lex Coors (Digital Realty), Yann Fromont (T&D Europe)

Heter, zuiniger, noodzakelijker

Volgens Marc Garner, SVP Secure Power & Data Center Business bij Schneider Electric, vraagt de huidige ‘power crunch’ namelijk om een vernieuwende aanpak die verder reikt dan alleen het ontwerpen, bouwen en draaiend houden van datacenters en hun apparatuur. Veel aandacht is nodig om deze locaties te laten integreren met hun directe omgeving. Iedereen moet efficiënter leren omgaan met stroom. Dat lukt het beste voor operators als ze samenwerken met de buitenwereld.

Liquid cooling komt daarbij nadrukkelijk in beeld, omdat het een ander, aanpasbaar ontwerp van datacenters vereist. We benadrukken dat dit een lastige balans is. De meest efficiënte vorm van een datacenter is immers ingesteld op óf volledig vloeistofgekoeld, óf volledig luchtgekoeld, óf via immersiekoeling. Tegelijkertijd zorgt de toenemende vraag naar rekenkracht voor hogere prijzen, waardoor de datacentercapaciteit in Europa schaarser en duurder wordt. Kevin Restivo, Director of Data Centre Research bij CBRE geeft tijdens Kickstart aan dat 2025 het eerste jaar zal zijn waarin de beschikbare Europese capaciteit structureel onder de tien procent blijft – in 2022 lag dit nog rond de twintig procent.

Schneider Electric zal druk bezig blijven, dat moge duidelijk zijn. Om de toenemende vraag naar capaciteit verder te verduidelijken: alleen al in 2025 zal de stroomtoevoer met 22 procent groeien ten opzichte van vorig jaar in Europa. “Europa wordt een volwassen datacentermarkt”, vertelt Restivo. De kosten per nieuwe colocatie, nu op 12 miljoen euro, stijgen continu, maar blijven naar verwachting rendabel.

Oplosbare problemen

Ondanks zorgen over netcongestie in diverse gebieden, benadrukt Garner van Schneider dat er niet per se een stroomtekort in heel Europa is. Zo bieden Noordoost-Engeland en Schotland binnen West-Europa nog voldoende ruimte voor uitbreiding. Het benutten van die stroom vraagt echter om een nauwe samenwerking met nutsvoorzieningen, waarbij transparantie noodzakelijk is tussen alle betrokkenen over de werkelijke MW-eisen.

Uit de discussies tijdens Kickstart halen sprekers meermaals aan dat er te vaak maar een aantal vereiste megawatts is genoemd door operators, terwijl ze dit niet waarmaakten. Hierdoor verliest de industrie haar geloofwaardigheid tegenover beleidsmakers, die een streep door een broodnodige uitbreiding zullen trekken als ze te vaak zich om de tuin geleid voelen. Datacenters móéten gebouwd blijven worden, geeft Garner aan. We leven in een data-gedreven wereld, vertelt hij, dus het is onvermijdelijk dat er doorgebouwd wordt.

Dit vereist niet alleen partnerships tussen betrokkenen bij een individueel datacenterproject. Schneider Electric en Digital Realty pakken ook samen Scope 3-emissies aan, de hardnekkigste en vaagste categorie aan CO2-uitstoot. Dit is wat er aan emissies overblijft nadat je de eigen bedrijfigheid en directe energielevering hebt weggestreept. Om die aan de kaak te stellen, kun je jezelf niet vrijpleiten met investeringen. Sterker nog: je behaalt juist minder omzet door je gebruikers aan te sporen om langer door te gaan met hun apparatuur of ze te hergebruiken, zoals Digital Realty van plan is met hun Schneider Electric-apparatuur.

Een betrouwbaar lokaal stroomaanbod geldt als fundament voor datacenter-operaties. Het gebruik van gasturbines of andere on-site energieopwekking is in de Verenigde Staten al in trek. Volgens Garner zal Europa hier uit noodzaak snel in volgen. Schneider Electric heeft de afgelopen maanden het concept ‘bending the energy curve’ gepopulariseerd, waarmee de organisatie doelt op het opnieuw loskoppelen van de groeiende datavraag en het energieverbruik. Dat is broodnodig. Waar de totale hoeveelheid data tussen 2010 en 2020 steeg van 2 naar 64 zettabyte zonder dat het stroomverbruik navenant toenam, zagen we tussen 2020 en 2024 juist dat de energievraag meedubbelde met de aanhoudende data-explosie. Dat is vanzelfsprekend niet houdbaar.

PUE omlaag

De oplossing, waar Garner ons aan herinnert, ligt vooral in het verlagen van de PUE (Power Usage Effectiveness) waar datacenterspelers continu mee bezig zijn. Hoe dichter PUE bij 1 zit, hoe beter. 1 staat voor het totale verbruik van alle IT-resources. Als al dat verbruik omgezet wordt in compute, is je PUE 1,0. In de praktijk zal er altijd wat energie ‘achter de komma’ duiken en dus niet voor de hardware gebruikt worden, maar de industrie is behoorlijk opgeschoten op dit gebied.

Het gemiddelde PUE zakte namelijk van 2,2 in 2010 naar zo’n 1,5 anno 2024 en naar verwachting wordt het industriële gemiddelde 1,4 ergens tussen 2026-2030. Richting de 1,2 gaan vraagt nog veel meer werk. Bijvoorbeeld door op hogere temperaturen te koelen, waardoor ventilatoren minder verbruiken, én door snellere adoptie van nieuwe, efficiëntere hardware. Zo kan het totaalverbruik volgens hem met 17 procent omlaag. Het wordt dus een aardige puzzel om te weten wat je juist snel vervangt en wat niet. Grofweg is dat wel duidelijk. Alles wat je rekenkracht efficiënter maakt, verdient zichzelf in spaarzaamheid snel terug. De stroomtoevoer moet bovenal voldoende zijn, betrouwbaar en duurzaam. Hoe langer het meegaat, hoe beter.

Conclusie: een afgeslankt model in een groeiende markt

De dagen van schaalvoordelen in het datacenterwezen zijn voorbij. Om te kunnen groeien als markt, zijn er lastige hordes te nemen. Schneider Electric heeft dit zien aankomen en weet dat er meer gevraagd wordt van apparatuur dan ooit tevoren. Dat reikt, zoals gezegd, verder dan alleen sterke prestaties of zelfs een hoge efficiëntie. Onder de streep moet een UPS duurzaam afgevoerd kunnen worden en waar mogelijk hergebruikt. Enkel op “AI-ready” voorbereiden is niet genoeg: voorbereid zijn op de eisen van 2035 kan nu ook al.

Lees ook: Duurzaamheid in datacenters: hoe staat het ervoor?